in 2003 werd de nieuwe superdunne iPod-serie
aangekondigd. Deze modellen waren een stuk dunner dan de eerste- en tweede
generatie
iPod en beschikbaar in met een 10, 15, 20

, 30 en 40 GB
harde schijf. Tevens was er een nieuwe connector, de
dock connector. Deze is
langer en smaller dan de hiervoor gebruikte
FireWire aansluiting. De
dock connector zorgde ervoor dat de iPod nu verbinding kon maken met de nieuwe iPod-houder: de
iPod dock. Er was ook weer een wijziging in de bediening:
de toetsen die rond het
scrollwiel zaten werden verplaatst
naar boven het
scrollwiel. De aanraakgevoelige toetsen gepostioneerd boven het scherm
worden heel even rood als de iPod gebruikt wordt, eigenlijk alleen handig bij gebruik in het donker.
Deze generatie iPods was voor het eerst geschikt voor zowel MAC als Windows besturingsysteem. De iPod was met bijgeleverde software aan te passen zodat gebruik met Windows ook mogelijk was. Nadeel was dat deze wijziging permanent was zodat je na wijzinging de iPod niet meer kon gebruiken met het MAC besturingssysteem. Tevens
konden deze iPods aangesloten worden met een
USB2-verbinding, in plaats van alleen met
een
FireWire-verbinding.